De Holmarmot gaat een spannende dag beleven

holmarmot voor de ingang

Holmarmot sprong uit zijn bed en rekte zich uit. Vandaag was de dag! Het was eindelijk zover—hij ging naar het pretpark! Hij had er de hele week naar uitgekeken en kon bijna niet wachten om alle attracties te zien.

Voorzichtig pakte hij zijn kleine rugzakje en controleerde of hij alles had: stukjes appel, een paar blokjes kaas en een paar chocoladekoekjes. Perfect! Hij klikte het rugzakje op zijn rug en trippelde vrolijk naar buiten.

De zon scheen helder aan de hemel en de vogels floten hun vrolijke liedjes. “Wat een perfecte dag voor een pretparkbezoek!” dacht Holmarmot blij. Hij liep met ferme pasjes over het zandpaadje dat naar het grote park leidde. Onderweg kwam hij een konijntje tegen dat nieuwsgierig naar zijn rugzak keek.

“Waar ga jij naartoe, Holmarmot?” vroeg het konijntje.

“Naar het pretpark!” zei Holmarmot enthousiast. “Ik heb er al de hele week zin in!”

“Ooooh,” zei het konijntje met grote ogen. “Wat spannend! Veel plezier!”

Holmarmot knikte en liep verder. Even later zag hij in de verte de hoge torens van het pretpark opdoemen. Zijn hartje maakte een sprongetje van opwinding. Hij kon de vrolijke muziek al horen en de geur van versgebakken wafels zweefde in de lucht.

Bij de ingang bleef hij even staan en keek om zich heen. Mensen en dieren stonden in een rij voor het loket. “Oh ja,” dacht hij, “ik moet eerst een kaartje kopen!”

Hij trippelde naar het loket en keek omhoog. Achter het loket zat Kraai met een bril op zijn snavel.

“Goedemorgen!” piepte Holmarmot beleefd. “Ik wil graag een kaartje kopen voor het pretpark!”

De kraai glimlachte. “Dat kan! Een kaartje kost drie glimmende muntjes.”

Holmarmot voelde in zijn rugzakje en haalde er zijn muntjes uit. Eén… twee… drie! Precies genoeg!

Hij legde de muntjes op de toonbank en Kraai gaf hem een klein, vrolijk gekleurd kaartje. “Veel plezier vandaag!” zei Kraai.

“Dank u wel!” riep Homalrmot blij. Hij hield het kaartje stevig vast en liep richting de grote poort van het pretpark.

Hij keek nog één keer om zich heen. Dit was het moment waar hij op had gewacht. Met een diepe ademhaling stapte hij naar voren en overhandigde zijn kaartje aan Eekhoorn bij de ingang.

“Welkom in het pretpark!” zei Eekhoorn vrolijk.

Holmarmot kon zijn geluk niet op. Hij was er! Zijn avontuur kon beginnen.

Maar wat zou hij als eerste doen?