Met een brede glimlach keek Holmarmot om zich heen. Er waren zo veel attracties, maar hij wist precies waar hij moest beginnen: de botsautootjes! Hij had er al zoveel over gehoord en kon niet wachten om het zelf te ervaren.
Holmarmot trippelde snel over het brede pad, langs vrolijke bezoekers en knipperende kraampjes. Hij zag een draaimolen vol lachende kinderen, een reuzenrad dat hoog boven het park uitstak en een achtbaan die met donderend lawaai voorbij raasde. Maar niets trok zijn aandacht meer dan het geluid van piepende banden en harde bonken: de botsautootjes!
Bij de ingang stond een rij enthousiaste mensen te wachten. Holmarmot wiebelde ongeduldig met zijn kleine pootjes terwijl de rij langzaam opschoof. Toen hij eindelijk aan de beurt was, klom hij opgewonden in een felgeel-rode botsauto met een groot stuur en een rubberen rand. De medewerker deed de veiligheidsbeugel omlaag en gaf hem een knipoog.
Even poseren voor een leuke foto en dan… rijden maar!!!
De zoemer klonk, en meteen kwamen de auto’s in beweging. Holmarmot greep het stuur stevig vast en drukte met zijn teentjes op het gaspedaal. Zijn botsauto schoot vooruit met een schok, en voordat hij het wist, werd hij van opzij geraakt door een blauwe auto. BAM!
“Woah!” riep Holmarmot verrast, maar toen begon hij te lachen. Dit was geweldig!
Hij draaide zijn stuur en reed op een andere auto af. Met een luide BONK botste hij er recht tegenaan. De bestuurder, een jongen met een pet, lachte en botste terug. Overal om hem heen knalden botsauto’s tegen elkaar aan, terwijl mensen giechelden en schaterden van plezier.
Holmarmot voelde zich helemaal in zijn element. Hij reed vooruit, achteruit, en probeerde andere bestuurders te ontwijken — maar meestal mislukte dat en eindigde hij met een lachende bots. Het voelde als een heerlijk speels spel, en zo veel drukker dan normaal op het bospad!
Na een paar minuten klonk de zoemer opnieuw. De auto’s kwamen langzaam tot stilstand. Holmarmot sprong uit zijn botsauto en voelde zijn hart nog steeds sneller kloppen van de opwinding. Wat een fantastische start van zijn dag!
Terwijl hij naar de uitgang liep, keek hij rond en vroeg zich af welke attractie hij nu zou proberen. De draaimolen? De achtbaan? Of misschien iets met een gigantische glijbaan?

