De zon scheen fel aan de blauwe hemel, en overal klonken vrolijke stemmen en muziek. Holmarmot had al een paar spannende attracties bezocht — hij had gelachen in de botsautootjes en was zelfs even in de draaimolen geweest. Maar nu stond hij voor iets heel anders: de ballengooitent.
Zijn oog was meteen op de grote pluchen beer gevallen die bovenaan de prijzen hing. De beer was zacht, bruin en bijna net zo groot als Holmarmot zelf. Dat móést zijn nieuwe knuffel worden!
Met vastberaden stapjes liep hij naar de kraam toe. Achter de toonbank stond een vriendelijke man met een rode pet. Hij glimlachte naar Holmarmot en zei: “Wil je een poging wagen, kleine vriend? Gooi mett drie ballen alle blikjes om en win een prijs!”
Holmarmot knikte enthousiast en haalde een paar muntjes uit zijn kleine buideltje. De man gaf hem de drie ballen, die eigenlijk net een beetje te groot waren voor zijn pootjes, maar Holmarmot liet zich niet afschrikken.
Hij keek naar de blikken toren voor zich. Ze waren netjes opgestapeld in een piramide: drie onderaan, twee in het midden, en één helemaal bovenop. Dat kon niet zo moeilijk zijn… toch?
Holmarmot haalde diep adem, hield de eerste bal stevig vast en wierp hem met al zijn kracht naar voren. Boink! De bal raakte de toren, maar slechts één blikje viel om. Oei! Dat was lastiger dan hij dacht.
Hij zette zijn pootjes stevig in het zand en concentreerde zich op zijn tweede worp. Dit keer richtte hij iets lager en gooide harder. BAM! Twee blikjes rolden van de tafel. Dat was al beter!
Nu had hij nog maar één bal over en nog drie blikjes stonden overeind. Hij moest dit goed doen als hij de beer wilde winnen. Holmarmot kneep even zijn ogen dicht en stelde zich voor hoe hij met de zachte knuffel in zijn armen zou staan.
Met een laatste diepe ademhaling gooide hij zijn derde bal. De bal vloog door de lucht en raakte de laatste blikjes precies in het midden. Beng, kletter! Alle overgebleven blikjes vlogen met een hoop herrie van de tafel. Holmarmot sperde zijn ogen wijd open — hij had gewonnen, hij had gewonnen!
De man achter de kraam klapte in zijn handen. “Wat een goede worp was dat! Wat heb je dat fantastisch gedaan, kleine vriend!”
Holmarmot sprong blij op en neer terwijl de man de pluchen beer van de haak haalde en aan hem gaf. De beer was nóg zachter dan hij zich had voorgesteld. Hij drukte hem stevig tegen zich aan en voelde zich de gelukkigste marmot ter wereld.
Met zijn nieuwe knuffel in zijn armen wandelde hij verder door het pretpark. Er waren nog zoveel avonturen te beleven, maar deze overwinning zou hij nooit vergeten.
En misschien… misschien zou hij later nog een keer terugkomen om nóg een knuffel te winnen!


