De avond viel over het grote amusementspark. De laatste bezoekers verzamelden zich op het centrale plein, voor het enorme kasteel dat fonkelde in het licht van honderden lampjes. Holmer stond tussen de menigte en keek om zich heen. Hij had een geweldige dag gehad—achtbanen, spookhuizen en suikerspinnen—maar nu wachtte hij op de grote finale: de vuurwerkshow.
Een stem klonk uit de luidsprekers: “Beste gasten, maak u klaar voor een magische afsluiting van deze dag!” Een zachte muziek begon te spelen, terwijl de lichten rond het kasteel langzaam doofden. Het publiek werd stil. Holmer voelde de spanning stijgen.
Plotseling opende de grote poort van het kasteel zich met een diepe, krakende beweging. Uit de duisternis stapte een figuur naar voren: een goochelaar in een lange mantel, met een hoge hoed. Holmer herkende hem meteen. Het was De Grote Magnifico!
“Welkom, vrienden!” riep Magnifico met een theatrale buiging. “Vanavond eindigen we niet zomaar met vuurwerk… Nee, we eindigen met een wonder!” Hij hief zijn handen en een regen van vonken spatte uit zijn vingertoppen, schitterend als sterren.
Het publiek juichte. Holmer klapte mee, maar hij voelde een rilling. Hij herinnerde zich zijn eerdere ontmoeting met deze man, die hem iets had laten zien dat niet kon—twee identieke schoppen azen. Zou hij nu weer iets bijzonders doen?
Magnifico klapte in zijn handen, en plots zweefden tientallen lantaarns omhoog, dansend in de lucht alsof onzichtbare handen ze droegen. Het kasteel leek tot leven te komen, zijn torens pulserend in een zacht, blauw licht.
En toen begon het vuurwerk.
Gouden en zilveren sterren explodeerden boven het kasteel. Rood en blauw vuur schoot omhoog en spatte uiteen in duizend vonken. Maar er was iets vreemds aan de show. Terwijl de lichten in de lucht knetterden, leken figuren te verschijnen tussen de vonken—dansende silhouetten, ridders op paarden, een draak die zijn vleugels spreidde en door de nacht zweefde.
Holmer keek met open mond. Dit was geen gewone vuurwerkshow. Dit was… magie. Echte magie. Holmer voelde ineens een lichte tik op zijn schouder. Hij draaide zich om, en zag Fladder!
“Fladder!” zei Holmer, verrast maar ook een beetje opgelucht. “Jij hebt dat vuurwerk dus ook gezien?” Fladder fladderde een beetje heen en weer in de lucht, zijn vorm lichtjes schommelend als een veertje in de wind. “Ja, natuurlijk! Het was magisch! Maar ik bedoel, hoe vond jij het? Je keek zo verbaasd. Zeg me alles!”
Holmer glimlachte, de spanning een beetje van zich afzettend. “Ik vond het… ongelooflijk. Maar het voelde ook een beetje vreemd, alsof het meer was dan gewoon een show.”
Fladder knikte enthousiast. “Dat dacht ik al! Jij hebt het gevoel voor de dingen die buiten het gewone vallen, dat is een goed teken. De magie heeft je geraakt.”
Holmer dacht even na. “Maar wat betekent het allemaal?”
Fladder zweefde even in stilte, zijn lichte vorm bijna niet zichtbaar. “Dat weet ik niet precies,” zei hij en het een speelse draai fladderde Fladder weg. “Zorg ervoor dat je geen avonturen mist, hè?” En met die woorden verdween hij in de duisternis.

Eenmaal thuis aangekomen vielen ze als een blok in slaap. Wat een fijne dag was dit.

