Knuffel bakt pannenkoeken

Op een zonnige zaterdagochtend in het knusse huisje in het bos werd Knuffel wakker met een rammelende buik. “Vandaag wordt een pannenkoekendag!” riep hij meteen enthousiast. Hij sprong uit bed, huppelde naar de keuken en trok zijn geruite keukenschort aan.

Hij haalde alles tevoorschijn wat hij nodig had: een grote beslagkom, een garde, een stapel borden en een koekenpan die net groot genoeg was voor de perfecte pannenkoek.

Ingrediënten

  • 250 gram bloem
  • 500 ml melk
  • 2 eieren
  • 1 eetlepel suiker
  • Boter of olie om te bakken

Knuffel stond in de keuken, klaar om het beslag te maken, toen hij plotseling stopte. “Oh nee!” riep hij uit. “Ik ben de eieren vergeten!” Zonder eieren kon hij geen pannenkoeken bakken. Hij keek uit het raam en dacht meteen aan Kip. Snel pakte Knuffel een mandje en huppelde zingend het pad af naar Kips kippenhok. Daar trof hij haar scharrelend in het gras.

“Goedemorgen, Kip! Zou ik misschien twee eieren mogen lenen? Ik wil pannenkoeken bakken!” vroeg hij vriendelijk. Kip kakelde vrolijk en pikte voorzichtig twee warme, verse eieren uit haar nest. “Hier, Knuffel! Veel bakplezier!” zei ze. Blij bedankte Knuffel haar en holde terug naar huis, klaar om verder te gaan met zijn pannenkoekenavontuur.

Knuffel deed de bloem in de kom. “Zo. Dat is een mooi begin!” mompelde hij tevreden. Vervolgens brak hij de eieren en klutste ze door de bloem. Beetje bij beetje goot hij de melk erbij – anders zou hij klontjes krijgen, en dat wilde hij niet- terwijl hij met zijn garde draaide en draaide, net zolang tot er een glad beslag ontstond.

“Dat ziet er goed uit!” zei hij trots.

Knuffel zette de koekenpan op het vuur en deed er een klontje boter in. De boter smolt met een gezellig gesis en verspreidde een heerlijke geur door de keuken. Hij schepte een soeplepel een niet te dik laagje beslag in de pan en keek vol verwachting toe hoe de pannenkoek begon te stollen.

Hij zette het vuur middel hoog, en na een paar minuten zag hij dat de bovenkant droog begon te worden en er kleine belletjes verschenen. “Dat betekent dat het tijd is om te draaien!” zei hij tegen zichzelf. Maar hoe? Knuffel pakte een spatel, maar bedacht zich toen. “Wat als ik hem gewoon in de lucht gooi?” Als dat lastig is kan ik altijd nog de spatel gebruiken.

Hij hield de steel van de pan stevig in zijn tebbybeerpootjes vast, boog zijn knieën een beetje en… hop! Hij gooide de pannenkoek de lucht in. De pannenkoek maakte een perfecte salto en landde – bijna – midden in de pan. Slechts een klein stukje hing over de rand. Knuffel grinnikte en schoof hem snel terug.

Na nog een minuutje was de pannenkoek mooi goudbruin. Hij legde hem op een bord en begon meteen aan de volgende.

Toen hij een stapel had van wel zes pannenkoeken, pakte hij een potje honing en een bakje verse bosbessen. “Nu het leukste deel: versieren!” Hij drizzelde de honing over de pannenkoeken en strooide er wat bessen bovenop.

Net op dat moment klopte er iemand op de deur. Holmer stond in de deuropening. “Wat ruikt het hier lekker!” zei hij met een brede glimlach.

“Pannenkoekenfeest!” lachte Knuffel hard en schoof een bord naar zijn vriend. Samen gingen ze aan tafel en smulden van de warme lekkernij.

En zo werd het een heerlijke zaterdagochtend vol vriendschap, plezier en – natuurlijk – de allerlekkerste pannenkoeken.