Na hun wandeling leidde Mara-Lize hem naar een afgezonderde vleugel van de bibliotheek. Het rook er naar oud perkament en gedroogde kruiden. Langs de wanden stonden hoge boekenkasten, gevuld met geschriften en kennis uit vervlogen tijden. Ze haalde een zware sleutel uit haar zak en overhandigde die aan Holmer.
“Deze kamer bevat de oudste kennis van het klooster,” zei ze. “Neem de tijd om te lezen en ontdek wat je moet weten.”
Holmer knikte en liep langzaam naar een van de massieve tafels in het midden van de ruimte. Op een van de planken vond hij een groot boek met een bijna onleesbare titel. Voorzichtig sloeg hij het open en werd direct gegrepen door de prachtige illustraties binnenin. Het bos stond er afgebeeld zoals het ooit was: helder en levendig, zonder de mysterieuze mist die het nu af en toe bedekte. Er waren bloeiende velden, kraakheldere beekjes en dieren die in harmonie leefden met de mensen die er woonden.
Naarmate hij verder bladerde, ontdekte hij een passage over een oude orde van woudwachters. Ze bewaakten het bos tegen een dreiging die ooit was opgekomen en weer kon terugkeren. In vage bewoordingen werd gesproken over een kracht die diep onder de grond sluimerde, een kracht die het bos kon verstikken in een eeuwige mist.
Zijn ogen gleden over een van de laatste bladzijden, waar een waarschuwende tekst stond geschreven:
“Wanneer de schaduwen weer ontwaken, zal slechts degene met een helder hart het pad kunnen verlichten.”
Wat betekende dit? Had het iets te maken met de vreemde veranderingen die hij in het bos had opgemerkt? Hij had het gevoel dat er meer speelde dan hij zich tot nu toe had gerealiseerd. Hij wist dat hij met Celeste moest praten. Zij kende de oude teksten beter dan wie dan ook.
Toen hij haar alles vertelde, fronste ze en liet ze haar vingers over haar ketting glijden, een gewoonte die hij herkende wanneer ze diep nadacht. “Dit is belangrijk, Holmer,” zei ze uiteindelijk. “Ik denk dat het tijd is voor een slok van een drankje. Ik zal eens kijken welke je moet hebben.”
Holmer keek haar met grote ogen aan. Hij wist wat het drankje was. Het was geen gewoon brouwsel, maar een ritueel dat het bewustzijn kon verruimen en inzichten kon onthullen die normaal verborgen bleven. Zijn hart klopte sneller. Was hij hier echt klaar voor?
Celeste liep naar een kleine kast en haalde er een flesje uit. De vloeistof binnenin had een diepe, donkerblauwe kleur en glinsterde als sterrenlicht. “Dit zal je helpen te zien wat je moet zien,” zei ze.
Holmer slikte en nam het flesje aan. Zijn handen trilden licht. Hij wist dat er geen weg terug was.

