Holmer en Knuffel zaten op een bankje in het park. De geur van vers gemaakte suikerspinnen zweefde door de lucht.
“Knuffel, kijk daar! Een kraampje met suikerspinnen!” riep Holmer enthousiast.
Knuffel, altijd in voor iets zoets, sprong op. “Ooooh, dat wil ik!”
Ze renden naar het kraampje en bestelden de grootste, roze suikerspinnen die ze konden vinden. Holmer trok er voorzichtig een plukje af en liet het op zijn tong smelten. Knuffel probeerde hetzelfde, maar kreeg de helft van de suikerspin in zijn vacht.
“Eh… oeps,” giechelde Knuffel terwijl hij probeerde de plakkerige suikerspin uit zijn bont te vissen.
Holmer lachte. “Geeft niet, dan ben je gewoon een extra zoete knuffelbeer!”
Knuffel glimlachte breed. “Misschien lik jij het er wel af?”
Holmer trok een vies gezicht. “Ik denk dat ik gewoon een nieuw plukje neem.”
En zo genoten ze samen in de zon van hun suikerspin.

