Wennen in het Klooster

Holmer keek naar de zilveren tinctuur die zuster Celeste hem had aangeboden. De vloeistof glinsterde in het licht van de kaarsen, en een gevoel van nieuwsgierigheid en angst borrelde in hem op. Hij voelde de impact van haar woorden: de mist was geen gewone nevel, maar een levende kracht, en zijn reis was nog lang niet voorbij. Terwijl hij de tinctuur in zijn hand hield, was hij zich bewust van de zware verantwoordelijkheid die op zijn schouders rustte.

“Ik geloof dat het verstandig is om het nog even te laten staan,” zei hij, en zuster Celeste knikte instemmend.

“De waarheid is vaak een zware last om te dragen, en je bent er nog niet klaar voor” antwoordde ze. “Neem de tijd om je voor te bereiden. Het klooster is een veilige haven voor je, en er is veel te leren. We hebben hier klusjes te doen, en elke taak zal je helpen de wijsheid van de oude kennis beter te begrijpen.”

Holmer voelde zich een beetje opgelucht. Het idee om in het klooster te blijven, ver weg van de dreigende mist en de chaos van zijn eerdere avonturen, klonk verleidelijk. “Wat voor klusjes zijn er te doen?” vroeg hij nieuwsgierig.

“Er zijn altijd tuinen die moeten worden onderhouden, evenals de bibliotheek vol oude manuscripten die aandacht nodig hebben,” zei ze. “En soms helpen we de monniken met hun dagelijkse taken. Het is niet altijd eenvoudig werk, maar het zal je helpen om de bewoners beter te leren kennen.”

Holmer accepteerde de uitnodiging. De komende dagen vulden zich met het ritme van het kloosterleven. Hij hielp in de tuinen, waar de geur van aarde en de frisse lucht hem verkwikten. De monniken waren vriendelijke. Elk met hun eigen verhalen en kennis.

Hij leerde hun namen: broeder Matthijs, die altijd glimlachte en hem vertelde over de kruiden die ze verbouwden; broeder Elian, die vol vuur sprak over de oude teksten die hij bestudeerde; en zuster Mara-Lize, die hem leerde hoe hij met de elementen kon werken.

Naast het werk in de tuinen bracht Holmer ook tijd door in de bibliotheek. De muren waren gevuld met boeken en geschriften, bedekt met stof en geheimen. Hij ontdekte verhalen over magie, oude rituelen en verloren kennis, en hij raakte steeds meer gefascineerd door de lessen die de manuscripten boden. De oude wijsheid werd een houvast voor hem, een manier om de wereld beter te begrijpen.

Op een avond, na een lange dag werken in de tuin, zat Holmer met broeder Aldemar aan de grote eiken tafel in de eetzaal. De monnik keek hem met een serieuze blik aan. “Holmer, je bent hier gekomen in een tijd van grote verandering. De mist die je hebt ervaren, heeft veel meer invloed op het bos dan we ons realiseren. We voelen allemaal een verandering opkomen, iets dat het evenwicht kan verstoren.”

Holmer knikte, zijn gedachten gingen terug naar de woorden van zuster Celeste en de mysterieuze tinctuur. “Wat is mijn rol hierin,” vroeg hij.

“Je moet de kennis die je hier opdoet gebruiken,” antwoordde Aldemar. “De oude teksten zullen je leiden. Maar er is meer nodig dan alleen kennis. Je moet ook leren om te luisteren naar het bos en de tekenen die het je geeft. Soms is de waarheid verborgen in de stiltes en de schaduwen. Ik zou nog een tijdje blijven om meer een te worden met het bos en de mist”.

Op een dag terwijl Holmer samen Mara-Lize in de tuin werkte, zei hij “Het is goed om hier te zijn, om te leren en te groeien. Het is echt een hele fijne plek om te leven.” Mara-Lize beaamt dat. “Waarom ga je niet een keer met me wandelen in het bos,” vroeg ze. “Daar is zo veel te ontdekken” Holmer vond dat een mooi plan, en in de dagen daarna zijn ze ook vaak samen in het bos te vinden.